Laatst zei iemand nog tegen mij: “jeetje, wat goed van je dat jij je niet zo snel gediscrimineerd voelt. Je maakt er tenminste zelf ook grapjes over”. “Want er wordt tegenwoordig zo overspannen gereageerd, alsof alles racisme is.” En ja, dat is inderdaad wat ik doe: ik maak er maar grapjes over: als ik iets verkeerd denk te doen, dan zeg ik voor de zekerheid alvast, maar dat ik waarschijnlijk nu beter naar mijn eigen land terug kan gaan. Waarom doe ik dat eigenlijk? Ik hoef dat niet te zeggen, want het slaat nergens op, maar toch doe ik het. Net zoals ik me verontschuldig als ik ’s avonds laat nog in een verlaten tankstation een ijsje wil kopen. Eigenlijk verontschuldig ik me altijd voor wie ik ben. Of ik neem anderen de wind uit de zeilen, zodat zij geen racistische grap kunnen maken. Want liever doe ik dat zelf, dan dat zij een grap over mij gaan maken. En of dat goed is, weet ik niet. Ik ben conflict vermijdend, en ben niet graag het onderwerp van gesprek. Daar heb ik dus allerlei mechanismen voor ontwikkeld. Dat er nu zoveel over racisme wordt gesproken, vind ik goed, maar dus ook wel spannend. Ik merk dat veel mensen niet door hebben, dat hun opvattingen en gedrag, net als mijn opvattingen en gedrag, een lange geschiedenis hebben en niet iets is wat je dus even snel oplost.